Samenwerken in Midden-Zeeland
In het begin van de jaren 1930 waren er in heel Zeeland streekwaterbedrijven actief, die vaak voor hele eilanden drinkwater verzorgden. Dit betekende echter niet dat alle gemeenten in Zeeland makkelijk aan drinkwater konden komen.
In enkele gevallen waren er nog gemeentelijke bedrijfjes, maar vaak hadden deze zelf niet de mogelijkheid om water te winnen. In plaats daarvan waren ze afhankelijk van de welwillendheid van streekbedrijven om water aan ze te leveren, maar dat gebeurde niet altijd.
Eén van die gemeentebedrijven was van de gemeente Borssele, dat in eerste instantie weigerde mee te doen aan de Waterleiding-Maatschappij Zuid-Beveland. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog besloot de gemeente alsnog mee te doen, maar door het uitbreken van de oorlog gebeurde dit toch niet. Pas in 1925 kwam aansluiting weer ter sprake. Ditmaal door een onderzoek, waaruit bleek dat er in Borssele tussen 1914 en 1925 ongeveer 9 maal zoveel tyfusuitbraken waren dan in de rest van heel Zuid-Beveland. Er werd toen vastgesteld dat Borssele zich hoognodig moest aansluiten bij een streekwaterleiding. Dat gebeurde echter pas vele tientallen jaren later.
Ondertussen had Walcheren een capaciteitsprobleem. Vooral Vlissingen had in droge periodes soms te weinig drinkwater. Terwijl Zuid-Beveland het drinkwater uit Ossendrecht haalde, waar meer dan genoeg beschikbaar was. Een oplossing die ter sprake kwam, was het doortrekken van de transportleiding van Zuid-Beveland nog verder naar Walcheren, om ervoor te zorgen dat ook hier altijd genoeg drinkwater beschikbaar zou zijn.
In 1935 kwam daarom een nieuw plan dat in 1936 leidde tot de oprichting van de NV Waterleiding Maatschappij Midden-Zeeland. Hieronder vielen alle streekbedrijven op Walcheren en het grote streekbedrijf in Zuid-Beveland.
Er werden gelijk maatregelen getroffen: de bouw van een pompstation in Arnemuiden, een transportleiding naar Vlissingen en een nieuwe watertoren tussen Vlissingen en Souburg. Op de onderstaande foto is de watertoren te zien, die klaar was in 1938.
In 1937 werd besloten dat de waterbedrijven in Midden-Zeeland elkaar helpen in het geval van calamiteiten en een jaar later werden ook de eerste gebouwen onder de NV Waterleiding Maatschappij Midden-Zeeland gebouwd, waaronder een opjager in Sloedam.
Van toen naar nu
De nieuwe samenwerking was alvast een voorschot op wat later komen zou: van diverse lokale waterbedrijven zijn we gefuseerd naar één waterbedrijf nu. Alle gebieden en steden in Zeeland zijn gekoppeld aan het drinkwaternetwerk van Evides. Op Schouwen-Duiveland wordt drinkwater geproduceerd van water uit het Haringvliet, Midden-Zeeland krijgt water van de Brabantse Wal en Zeeuws-Vlaanderen gebruikt water uit de Maas. Indien nodig werken we nauw samen met andere waterbedrijven, zoals Brabant Water en partners in België, om ervoor te zorgen dat iedereen van betrouwbaar drinkwater worden voorzien.
En straks?
Met de toenemende droogte en groeiende vraag naar drinkwater staat de beschikbaarheid ervan in Zeeland in de toekomst opnieuw onder druk. In 2030 voorzien we een mogelijk tekort van drinkwater, specifiek in Midden-Zeeland, en daar nemen we nu al passende maatregelen voor. We leggen nieuwe leidingen aan, vergroten de bestaande leidingen en bouwen nieuwe pompstations. Ook verkennen we aanvullende bronnen.
Ook interessant voor u
Rooie Luusjes in Tholen houden drinkwaterleiding tegen
Zeeuws-Vlaanderen als laatste aangesloten op de waterleiding
Nog meer verhalen lezen? Ga dan naar het overzicht.
Bekijk het overzicht