Evides 150 jaar

Zoutwaterinvasie 1963 leidt tot nieuwe spaarbekkens in Biesbosch

Toen Rotterdam en omstreken in januari 1963 getroffen werden door een veel te hoog zoutgehalte in het water, is er veel kritiek geuit richting DWL (voorganger van Evides).

Zout drinkwater

De directeur van het bedrijf werd op het matje geroepen en moest in de gemeenteraad toelichten hoe het had kunnen gebeuren en hoe het bedrijf dit zou oplossen. Het plan van een nieuwe productielocatie op de Berenplaat was er al. Sterker nog: deze werd al gebouwd. Enkele raadsleden en personen in industriekringen vroegen zich echter hardop af of alleen deze extra productielocatie straks de belofte van een ongestoorde drinkwatervoorziening kon waarmaken. 

Aanleg nieuwe spaarbekkens Biesbosch.

Raadslid Groenendijk vond dat extra maatregelen genomen moesten worden en haalde het Brielse Meer aan om water van te gebruiken. Hieruit kon volgens hem heel veel zoet water worden verzameld. Van Walsum, toenmalige burgemeester van Rotterdam, vond het de moeite waard om te bestuderen of een spaarbekken in de Biesbosch een optie was. DWL en andere raadsleden vonden echter dat de capaciteit van de nieuwe Berenplaat voor geruime tijd voldoende zou moeten zijn. Ook werd door de DWL gezegd dat een soortgelijk probleem als de zoutwaterinvasie niet nog een keer zou kunnen voorkomen. Volgens enkele academici was een kans op herhaling niet groot, maar ook niet ondenkbaar.  

Twee maanden na de zoutwaterramp was men het erover eens. Alleen de Berenplaat-locatie zou niet genoeg zijn om dit soort rampen te voorkomen. De directeur van DWL koos daarom voor de aanleg van een groot nieuw spaarbekken in de Biesbosch. De ligging van dit spaarbekken was essentieel. Er werd gehoopt water te kunnen winnen uit de Maas, die een stuk minder vervuild was dan de Rijn. Het moest zodanig gelegen zijn dat er water gebruikt kon worden uit zowel de Rijn als de Maas. Hierbij zou zoveel mogelijk Maaswater gebruikt moeten worden, maar deze rivier lag in droge periodes extreem laag.  

Uiteindelijk werd om deze reden gekozen voor een locatie in de Brabantse Biesbosch, maar dit was een gevoelig onderwerp. Niet alleen de gemeentegrenzen werden overschreden, maar ditmaal ook de provinciegrenzen. Het leidde tot enkele uitspraken, die door het Rotterdamsch Parool als “ridicuul” werden gezien. De voorzitter van de Rotterdamse KvK stelde namelijk dat hij “liever brak water drinkt in een wereldhaven (Rotterdam), dan zoet water in een dode stad.”  

Gelukkig waren de meeste mensen het niet met hem eens en werden de plannen voor spaarbekkens in de Brabantse Biesbosch in 1966 goedgekeurd. In 1974 werd de locatie officieel geopend. Op de foto’s is te zien hoe het eerste spaarbekken in de Brabantse Biesbosch, genaamd Honderd en Dertig, aangelegd werd. Ook is te zien hoe het technisch hoofdgebouw, het kantoor en het laboratorium gebouwd werden.  

Aanleg nieuwe spaarbekkens Biesbosch.

Van toen naar nu 

Met de aanleg van het nieuwe pompstation Bergsche Maas en het in stand houden van het originele innamepunt Kerksloot is het voorstel uit de jaren ’60 afgemaakt. Een robuust innamepunt van Maaswater via het innamepompstation Bergsche Maas, dat zodanig laag ligt dat zelfs bij het laagste rivierpeil nog ingenomen kan worden. Het innamepompstation Kerksloot kan in geval van calamiteiten ook nog steeds water uit de Maas innemen. En bij de drinkwaterzuivering Berenplaat hebben we een noodinnamepompstation dat water in kan nemen uit de Rijn. 

Deel deze pagina
© 2025